Hematologen Anita Rijneveld en Jan Cornelissen hebben een donatie van € 150.000 van Stichting Leukemie.nl ontvangen voor onderzoek dat zich richt op het ontrafelen van de genetica van de ziekte met als gevolg een betere behandeling van ALL
In Nederland krijgen ieder jaar ongeveer 200 patiënten de diagnose acute lymfatische leukemie (ALL). De helft hiervan zijn volwassenen. De behandeling is sterk verbeterd de laatste jaren. Dit geldt met name voor kinderen en jong volwassenen. Dit komt doordat jong volwassenen tot 40 jaar oud sinds 2005 behandeld worden met op kinderprotocollen gebaseerde therapie. Intensiveren van de behandeling heeft ook bij patiënten boven de 40 jaar tot een verbetering geleid, echter worden bij deze oudere patiënten zeer ernstige bijwerkingen gezien. Een deel van deze oudere patiënten overlijdt zelfs door de behandeling.
Ontrafelen genetica ALL
De laatste jaren is er veel onderzoek gedaan naar de genetische afwijkingen bij ALL. Door DNA/RNA analyses weten we nu dat ALL een zeer diverse ziekte is met bijna 30 verschillende subtypes. Die subtypes herkennen we door verschillende bekende genetische afwijkingen.
Agressieve vormen van ALL
We weten dat met name bij volwassenen genetische afwijkingen voorkomen die gepaard gaan met een agressieve ALL. Deze subtypes hebben een slechtere uitkomst ondanks de genoemde intensievere therapie, het toevoegen van immunotherapie of zelfs een allogene stamceltransplantatie. Voor alle ALL-en maar met name voor deze agressieve subgroepen is het belangrijk om de ziekte heel goed in remissie te krijgen, dat betekent dat er geen meetbare restziekte (MRD) meer aantoonbaar is. Dit meten we met heel gevoelige technieken in het laboratorium. Juist bij deze hoog risico subgroepen blijft er veel vaker en langer nog MRD aantoonbaar.
Identificatie agressieve ALL doelgerichte behandeling
Wij willen onderzoeken of het toevoegen van doelgerichte middelen die specifiek werken op een bepaalde afwijking in de ALL cel, leiden tot een diepere remissie, zonder restziekte, en daardoor de overleving van deze ALL-en verbeterd.
Geprogrammeerde celdood van een kankercel
Er is bij een deel van deze subgroepen een ontregeling van de zogenaamde geprogrammeerde zelfdood (apoptose). De eiwitten die hierbij nodig zijn, behoren tot de BCL-2 familie (BCL-2, BCL-Xl, MCL-1). Zowel in patiënten met een chronische lymfatische leukemie (CLL) als patiënten met een andere vorm van acute leukemie, AML, is er door ontregeling van apoptose een sterke groei van de leukemie. Deze twee ziektes kunnen we tegenwoordig behandelen met een specifieke remmer van BCL-2 (venetoclax), waardoor apoptose niet meer wordt geremd en de cel wel doodgaat. Dit heeft de behandeling van CLL en AML sterk verbeterd .
Nieuwe analyse ALL met mogelijk therapeutische gevolgen
Door middel van een nieuwe techniek, genaamd, BH3 profiling, is het mogelijk om in een kankercel te beoordelen hoe actief deze geprogrammeerde zelfdood (apoptose) is. Deze techniek wordt nog niet gebruikt bij ALL. Met deze bepaling kan dan mogelijk worden ingeschat of een specifieke remmer van BCL eiwitten (venetoclax en/of navitoclax) nuttig is en toegevoegd kan worden aan de behandeling.
Met de financiering van Stichting leukemie.nl kunnen we deze techniek opzetten in het laboratorium, kunnen we bij alle patiënten met een ALL beoordelen of er een fout zit in de geprogrammeerde zelfdood met deze techniek en kunnen we vervolgens bij die patiënten specifieke remmers toevoegen in de hoop de uitkomst te verbeteren!